
Potgrond.
Op een regenachtige dinsdagmiddag stond ik ineens achter de verzorgingsflat van mijn oma op de uitkijk, of er niemand aankwam. Intussen werd de vracht in een oud boodschappenkarretje achter me langs gereden door mijn handlanger. Mijn hond stond er medeplichtig bij te kijken. Hoe waren we hier ook alweer terechtgekomen? O ja, we waren bij Oma op de koffie gegaan en vanaf toen had het lot vrij spel gekregen.
Of we de uitgerangeerde inhoud van haar balkonpotten wel in de rododendrons achter de flat mochten sodemieteren. Bij zo'n onzinnige vraag had Oma uiteraard niet stilgestaan. Op je 94ste heb je je wel wat beters af te vragen. Ben ik er volgende week nog? Ben ik in het reine met al mijn kinderen? Heb ik mijn alarmknop om? Hoe heet achterkleinkind nr. 43 ook alweer? Waar blijft de lunch? Dat relativeert dan toch de kwestie van het netjes laten verdwijnen van een paar overleden azalea's. Zodoende stonden mijn vader en ik in de gierende wind en met een gezicht vol opgestoven potgrond, onder toeziend oog van de matriarch, ons schuldig te maken aan een illegale lozing. Gelukkig waren we in Brabant, dus het viel niet zo op.
Foto door Catholic Online via Youtube
Reactie plaatsen
Reacties